
Wet milieubeheer
Artikel 21.2
1
Onze Minister zendt - voor zover het betreft het ambtsterrein van één of meer Onzer andere Ministers, in overeenstemming met die Ministers - binnen drie jaar na het in werking treden van deze wet, en vervolgens telkens om de vijf jaar, aan de Staten-Generaal een verslag over de wijze waarop zij is toegepast.
2
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regelen worden gesteld met betrekking tot de toepassing van het eerste lid. Deze regelen kunnen voor daarbij aangewezen bestuursorganen de verplichting inhouden jaarlijks op de daarbij aangegeven wijze de gegevens te verstrekken, die voor de opstelling van het in het eerste lid bedoelde verslag nodig zijn.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.